maandag 3 maart 2014

Brok

Het is de schuld van de weekendkrant dat ik dit stukje met een brok in mijn keel schrijf.

Het komt niet door foto’s van doden in Syrië of de Oekraïne. Het komt door de  woorden ‘(…) een plank mals landbrood van Menno (…)’ in een recensie van Ronald Hoeben. Tot mijn grote genoegen en genot eet ik al jaren regelmatig brood van een andere goddelijke bakker, maar nu raakte ik nieuwsgierig naar deze Menno en zijn deegwaren.

Snel aan het googelen geslagen – waardoor ik het voornemen om eerst mijn les voor morgen te gaan voorbereiden, opzij liet duwen – en daar waren ze: de bollen van Menno. 

Hij vertelt liefdevol over zijn vak en die liefde zorgt er ook voor dat hij zo graag lekker brood bakt. Om dat te leren is hij naar Parijs geweest als de Kat van ome Willem. Hij leerde de steenoven stoken, verdiepte zich in het bakproces, schoot met zware fysieke arbeid broden de oven in en reisde weer terug naar Nederland. Daar rijzen en garen zijn broden nu in IJsselstein. Hoewel dit dorp vroeger steenbakkerijen had, bakt Menno daar niet op steen.

Dus die toewijding, die maakt mij aan het keelbrokken. Bij het zien van de afbeeldingen van zijn landbrood, met zijn opengeknapte, krakende korst en van de lieflijk gevormde bladeren van het breekbrood schoten mij de tranen in de ogen. Ik geef toe, mijn nostalgische verlangen naar de geur van versgebakken brood vertroebelt mijn waarnemingen. Maar dit neemt niet weg dat ik met volle overgave roep: “Weg met het supermarktbrood!” en: “Leve het liefdesbrood”.

Literatuur: In De kus van Esau van Meir Shalev is een Israëlische broodbakker een van de hoofdpersonages. Het ‘rennen van het deeg’ is in deze roman de katalysator voor menige actie.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten